Julia Roeselers

“Toen ik vertelde dat ik ook iemands zusje was, viel het kwartje”

Julia Roeselers werd overvallen met een groot mes door twee jonge jongens uit haar eigen buurt. Ze wilde naderhand niets liever dan ‘herstellen’ wat er kapot was. Want nadat de daders hun gevangenisstraf hadden uitgezeten, moesten ze nog steeds als buren door dezelfde buurt. Over dit gegeven maakte Julia een film: ‘Als ik je zie, dan groet ik je’. Wat heeft de film teweeggebracht?

“Telkens als ik de daders op straat zag, groette ik ze en groetten zij mij terug”, vertelt Julia. “Hoewel dat als een overwinning voelde, hield ik daar iedere keer een vreemd gevoel aan over. Ik wilde herstellen wat kapot was.” Wat Julia als slachtoffer wilde, was herstelrecht. Praten met de jongens die haar hadden overvallen. In het ‘gewone’ strafrecht is daar geen plaats voor. Julia maakte een film met dit gegeven als uitgangspunt.

Herstelrecht

De film werd uitgezonden op NPO2. “Voorafgaand aan de uitzending is de film meerdere malen vertoond aan verschillende groepen mensen. Ik was daar steeds bij aanwezig. Ik weet nog goed dat een jonge vrouw na afloop van de film moest huilen. Ze had zelf drie keer een overval meegemaakt en het zou haar zo geholpen hebben als ze de kans had gehad met de daders te praten.

Dat vond ik een mooi moment. Het gezelschap die dag bestond voornamelijk uit kinderrechters, advocaten en andere mensen die in hun werk met justitie te maken hebben. De emotie van deze vrouw zorgde ervoor dat iedereen besefte hoe belangrijk het is om herstelbemiddeling te onderzoeken. En hoe weinig interesse er nog is bij justitie om herstelgericht te werken met daders en slachtoffers.”

Excuses

“Het raakte me, al die mensen die geraakt werden door mijn film. Waarom was het rechtssysteem nog steeds zo hardnekkig en de ruimte voor herstelgericht werken zo moeizaam? 2e-kamerlid Marith Volp schreef op Twitter dat ze de film prachtig vond en voor we het wisten zaten we bij haar in Den Haag om te praten over hoe herstelrecht in het strafrecht verankerd kan worden. Ze beloofde op een plan te broeden en haar advies uit te brengen.

Ik kreeg ook mails van docenten die de film in hun klas hadden vertoond. Eén van de docenten was een docent van één van mijn overvallers. Hij had de film gezien en het verhaal herkend. Samen met zijn leerling bekeek hij de film en ze praatten erover. Deze docent mailde me dat zijn leerling mij graag zijn excuses wilde aanbieden. Hij vroeg mij of ik er open voor zou staan dat deze jongen bij mij op bezoek kwam. Wauw!”

Buurtgenoten

“Lichtelijk gespannen deed ik de deur open toen ze aanbelden. Een piepklein, verlegen jongetje in het lijf van een uit de kluiten gewassen puber stond daar, trillend op zijn benen. Ik had zoveel vragen: Waarom heb je het gedaan? Hadden jullie het voorbereid? Wat vond je van jeugddetentie? Besef je wat jullie mij aandeden? Hoe gaat het nu met je?

De jongen begon niet uit zichzelf te praten. Ik moest de antwoorden uit hem trekken. Toen ik hem vroeg of hij ook een zusje had en vertelde dat ik ook iemands zusje was, viel het kwartje. Hij bood zijn excuses aan en we gaven elkaar een hand. Vanaf nu waren hij en ik weer buurtgenoten, hij geen dader meer en ik geen slachtoffer. Zo eenvoudig kan het dus zijn.”


Terug naar het project of project overzicht