Kinderpornografie blijft slachtoffers achtervolgen

Voor het eerst is onderzoek gedaan naar de ervaringen van slachtoffers van kinderpornografie. Dat was hard nodig, want te weinig was bekend over de gevolgen hiervan. De slachtoffers zijn namelijk niet alleen misbruikt, maar beelden daarvan circuleren mogelijk nog steeds online. “Dat voegt een extra component toe aan hun slachtofferschap”, vertelt Corinne Dettmeijer, Nationaal Rapporteur en begeleider van de Survivors’ Survey.

“We weten nog te weinig van de gevolgen van kinderporno en de behoeften van de slachtoffers”, aldus Dettmeijer, Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen. “Er ligt een wereld aan werk. Toen het Canadian Centre for Child Protection ons benaderde om mee te werken aan de Survivors’ Survey, zeiden we dan ook volmondig ja.”

Nederlandse deelnemers

“De Canadezen vroegen ons of wij Nederlandse slachtoffers konden bereiken om deel te nemen aan het onderzoek. Daarvoor moesten de vragen en antwoorden van de Survivors’ Survey vertaald worden, op een manier die recht zou doen aan de problematiek. Voor de financiering hiervan kwamen we bij Stichting Achmea Slachtoffer en Samenleving (SASS) terecht. We waren blij met het geld, maar nog blijer dat SASS en andere instellingen hun betrokkenheid toonden. Het onderzoek heeft daardoor een veel bredere aandacht gekregen.“

Honderdvijftig slachtoffers uit verschillende landen hebben via internet de vragenlijst ingevuld. Bijna de helft van de deelnemers komt uit Nederland. Daarom is dit onderzoek ook bij uitstek voor Nederland relevant. “Cruciaal is dat we door het onderzoek een verandering kunnen gaan inzetten”, vervolgt Dettmeijer. “Want er is best veel bekend over hoe om te gaan met slachtoffers van seksueel misbruik, maar wat moeten we doen als de beelden op internet blijven circuleren? Slachtoffers blijven ermee zitten. Dat is ook ingewikkeld voor de hulpverleners. Dit onderzoek geeft een prachtige aanvulling op de kennis over wat slachtoffers nodig hebben.”

Aanbevelingen aan minister

“Ik ben geschrokken van het feit dat 30 slachtoffers daadwerkelijk herkend zijn van de beelden. Dat de angst hiervoor groot is, wisten we. Dat die angst heel reëel is, wisten we niet. Erkenning van het feit dat het extra schadelijk is als de beelden online blijven, is voor slachtoffers wezenlijk. Daar moeten hulpverleners op inspelen. Verder moeten we alles wat technisch mogelijk is doen, om de beelden van het web af te halen. Er zijn webcrawlers die de beelden kunnen opsporen, hosting providers moeten vervolgens het materiaal verwijderen.

Erkenning cruciaal

“Meedoen aan dit onderzoek was aan de ene kant zwaar voor de deelnemers, aan de andere kant een vorm van erkenning van het probleem. Niet alleen het misbruik, maar ook het feit dat anderen dit bekeken – en misschien nog steeds bekijken – geeft schade bij de slachtoffers. Dat is heel sterk naar voren gekomen. Het fysieke misbruik kan je met therapie op een bepaalde manier afsluiten, zodat het slachtoffer verder kan met haar leven. Met beelden op internet is dat moeilijker. Dat heeft de Survivors Survey wel uitgewezen.”


Terug naar het project of project overzicht