Wat werkt voor wie?
Studie indicatiecriteria bij getraumatiseerde jongeren
#Slachtoffers van huiselijk geweld
#Slachtoffers van seksueel geweld
#Slachtofferschap algemeen
Negatieve jeugdervaringen zoals seksueel misbruik, huiselijk geweld en emotionele mishandeling of -verwaarlozing zijn voorbeelden van ‘Adverse Childhood Experiences (ACEs)’. Naast dat het meemaken van een ACE op zichzelf traumatisch is, blijkt uit onderzoek dat slachtoffers van ACEs op latere leeftijd een vergroot risico hebben op een variëteit aan problemen in vergelijking met mensen die geen ACEs hebben meegemaakt.
Een tijdige en passende behandeling kan de kans op deze risico’s verminderen, of zelfs volledig voorkomen. Waardoor bijkomende mentale problemen en verdere kosten bespaard kunnen worden. Een geïndiceerde behandeling voor deze problematiek is individuele- en groepsschematherapie. Hoewel beide behandelvormen van schematherapie effectief zijn bevonden binnen (inter)nationale studies, is het merendeel van de studies gebaseerd op groepsvergelijkingen, waardoor er niet zozeer kennis op individueel niveau is. In de praktijk zorgt dit ervoor dat therapeuten op eigen inzicht een behandelvorm indiceren, zonder dat zij dit kunnen onderbouwen met een richtlijn.
Forte GGZ voert in samenwerking met Universiteit Maastricht een studie uit naar indicatiecriteria van individuele- en groepsschematherapie, zodat een stap voorwaarts kan worden gemaakt in het gepersonaliseerd behandelen van getraumatiseerde jongeren. Op basis van ervaringen van therapeuten, -slachtoffers en theoretische informatie uit de vakliteratuur, stellen zij een eerste richtlijn op van indicatiecriteria voor individuele- of groepsschematherapie bij deze doelgroep. Deze richtlijn zal door het verzamelen van de ‘Best Practices’ een praktisch overzicht bieden dat therapeuten direct in de praktijk kunnen gebruiken.
SASS ondersteunt dit project met € 9.390,-
Een tijdige en passende behandeling kan de kans op deze risico’s verminderen, of zelfs volledig voorkomen. Waardoor bijkomende mentale problemen en verdere kosten bespaard kunnen worden. Een geïndiceerde behandeling voor deze problematiek is individuele- en groepsschematherapie. Hoewel beide behandelvormen van schematherapie effectief zijn bevonden binnen (inter)nationale studies, is het merendeel van de studies gebaseerd op groepsvergelijkingen, waardoor er niet zozeer kennis op individueel niveau is. In de praktijk zorgt dit ervoor dat therapeuten op eigen inzicht een behandelvorm indiceren, zonder dat zij dit kunnen onderbouwen met een richtlijn.
Forte GGZ voert in samenwerking met Universiteit Maastricht een studie uit naar indicatiecriteria van individuele- en groepsschematherapie, zodat een stap voorwaarts kan worden gemaakt in het gepersonaliseerd behandelen van getraumatiseerde jongeren. Op basis van ervaringen van therapeuten, -slachtoffers en theoretische informatie uit de vakliteratuur, stellen zij een eerste richtlijn op van indicatiecriteria voor individuele- of groepsschematherapie bij deze doelgroep. Deze richtlijn zal door het verzamelen van de ‘Best Practices’ een praktisch overzicht bieden dat therapeuten direct in de praktijk kunnen gebruiken.
SASS ondersteunt dit project met € 9.390,-
Uitgevoerd door
Drs. M.H.E. Wilms
Forte GGZ
Prof. dr. M. Rijkeboer
Universiteit Maastricht; RINO Amsterdam; G-kracht Amsterdam
Dr. J. Roelofs
Forte GGZ
Prof. dr. M. Rijkeboer
Universiteit Maastricht; RINO Amsterdam; G-kracht Amsterdam
Dr. J. Roelofs